Nijlpaarden en Neanderthalers in de ondergrond van Fevoland
Frans Roescher
Flevoland, de jongste provincie van Nederland heeft een rijke ondergrond boordevol fossielen en artefacten. 25 jaar geleden kwam Frans Roescher bij toeval in aanraking met fossielen in het opgespoten zand bij Almere. Dit heeft geleid tot een lange speurtocht naar de oorsprong en context van deze vondsten. Almere, Lelystad, IJburg, Marker Wadden en de dijk bij Noord-Holland zijn plekken waar zand afkomstig uit de diepe ondergrond van het Marker Meer en het IJsselmeer zijn gedeponeerd. Frans Roescher is als amateur paleontoloog al meer dan 25 jaar bezig bodemvondsten uit het Markermeer te verzamelen en de laatste jaren heeft samen met de Nederlandse Archeologievereniging nu zoveel materiaal boven water gekregen dat ze een samenhangend verhaal kunnen brengen over het oudste verleden van dit gebied. Wat het zo uniek maakt is dat ze een beeld hebben gekregen van dit gebied dat wel 130.000 jaar teruggaat. Ze kunnen het landschap uit die tijd in beeld brengen. Ze hebben faunaresten gevonden uit de laatste ijstijd (het Weichselien), maar ook uit de warme tijd daarvoor (het Eemien). Vooral het laatste is zeer uniek in Nederland. Ze vonden resten van nijlpaard, bosolifant, bosneushoorn, leeuw, hyena etc. Ook bijzonder is dat ze veel sporen van Neanderthalers gevonden hebben, zoals veel bewerkte stukken vuursteen, bewerkte botten en geweistukken. Ze kunnen stellen dat dit een hotspot is. 13 mei geeft Frans Roescher een presentatie over de stand van zaken in het onderzoek naar de vondsten van dit gebied.
Frans Roescher is een gepensioneerde onderwijskundige, hij woont al 40 jaar in Almere en is altijd actief geweest met het verzamelen van fossielen, meestal in het buitenland. Bij toeval ontdekte hij 25 jaar geleden dat het opgespoten zand in Almere boordevol fossiele botten uit het pleistoceen zit. Zijn aandacht verplaatste zich van buitenlandse vindplaatsen naar het polderlandschap van Flevoland. Hij werkt intensief samen met Dick Mol, de AWN-Flevoland en de archeoloog Marcel Niekus.